ABC 1. Antroposofie / Harrie Salman
Artikelnummer: x OverzichtEen fragment:
In de twintigste eeuw is de wereld grondig veranderd. Oude zekerheden en samenhangen zijn weggevallen, zowel in de ordening van de wereld als in onszelf. Wat we van ons leven maken hangt nu helemaal van onszelf af en als we iets van de wereld om ons heen willen maken, dan zullen we ons daar met elkaar voor moeten inzetten. In deze situatie kan de antroposofie een hulpmiddel zijn om op een bewuste wijze aan onszelf en aan de wereld te werken.
Dit werk is een vorm van spirituele activiteit. Spiritualiteit is niet alleen de omgang met de geestelijke wereld (bijvoorbeeld in meditatie of gebed) en het hebben van geestelijke ervaringen, maar zij omvat ook de ontwikkeling van onze geestelijke vermogens en het inzetten van deze vermogens voor de verandering van de wereld. In dit boekje wordt de spirituele stroming van de antroposofie in een samenhang met de veranderingen van het moderne bewustzijn geplaatst. Het beschrijft de nieuwe vermogens die in de loop van de twintigste eeuw door veel mensen zijn ontwikkeld en het laat zien hoe de antroposofie aan de verdere ontwikkeling van deze vermogens kan bijdragen.
Een eeuw geleden was het nog niet zo duidelijk dat er een nieuwe tijd aanbrak. Het waren maar kleine groepen mensen die openstonden voor spirituele zaken, op de hoogte waren van wat er in de wereld gebeurde en zich verantwoordelijk voelden voor de voortgang van onze cultuur. Sinds het einde van de jaren '60 zijn deze groepen veel groter geworden. Er is meer belangstelling voor spiritualiteit en het is voor velen duidelijk dat onze levensloop niet alleen bestaat uit uiterlijke gebeurtenissen, maar vooral ook uit wat we in ons innerlijke leven doormaken.
Volgens de antroposofie ligt de oorzaak van deze veranderingen in het feit dat een tijdperk van spirituele duisternis is afgelopen. Dit tijdperk dat in het oude India het 'Kali Yuga' genoemd werd, is in het jaar 3101 voor Christus begonnen en duurde vijfduizend jaar. In de loop van deze vijf millennia verloor de mensheid het contact met de geestelijke wezens die haar ontwikkeling begeleidden. Dit werd veroorzaakt door een verandering van de menselijke constitutie, die leidde tot het verdwijnen van de helderziende vermogens die mensen vroeger van nature hadden. Na afloop van dit tijdperk, in 1899, zou een nieuw tijdperk van licht aanbreken.
Wanneer over de 'New Age' wordt gesproken, gaat het over dit nieuwe tijdperk en niet over het tijdperk van de Waterman, dat astronomisch gezien pas in het jaar 2375 zal beginnen. Kenmerkend voor de nieuwe tijd is dat onze waarnemingsorganen weer opengaan voor de wereld van het onzichtbare. Dit is het begin van een nieuwe vorm van helderziendheid. Steeds meer mensen ontwikkelen weer een waarnemingsvermogen voor de processen die zich in hun innerlijk, in de natuur en tussen mensen afspelen. Zo ontstaan hele nieuwe ervaringen, die met behulp van de antroposofie beter kunnen worden begrepen